Toespraak Herman Kaiser
Toen ik vanochtend aan de ontbijttafel Trouw opensloeg trof ik een indrukkend interview aan met Annie Parren-Cornelissen, al 97 jaar burger van Roermond. Ik citeer haar openingszin:
“Het eerste wat ik u vertel over de oorlog is dat er weleens gedacht wordt dat het hele zuiden bevrijd is in het najaar van 1944. Nou, niet dus. Roermond, waar ik woonde, lag aan de overkant van de Maas en daar stokte de opmars van de geallieerden. Wij hoorden die herfst wel: dit bevrijd, dat bevrijd. Dat deed pijn. Wanneer komen ze ons bevrijden, vroegen we ons telkens af. En na de zomer van 1944 werd het steeds moeilijker onder die bezetter te leven.”
Toen ik in 1992 aantrad als burgermeester van Roermond had ik weinig kennis van het feitelijk verloop van het laatste oorlogsjaar in de provincie Limburg. Geboren en getogen in Zuid-Limburg wist ik niet beter dat “wij in Limburg” het voorrecht hadden om al in het najaar van 1944 te zijn bevrijd. Dat leerden wij op school. Toen ik mij nader verdiepte wat zich ten noorden van Roosteren in het oostelijk deel van de Maas, en met name in Roermond, had afgespeeld was ik verbijsterd over het leed en de ontberingen die duizenden burgers, verzetsmensen en militairen hebben moeten ondergaan in de periode vanaf september ‘44 tot aan het voorjaar van 1945. Het is goed dat Dagblad De Limburger en L1 zoveel aandacht besteden aan de oostelijke Maasoever van Noord- en Midden-Limburg.
De stad Roermond, maar ook de dorpen erom heen kwamen midden in het frontgebied te liggen. Dat was voor de stad en de regio een uiterst donkere periode. De uitdrukking ‘de donkere dagen voor kerstmis’ kreeg een wel heel droefgeestige betekenis. Maar de dagen na kerstmis eind december ’44 en januari ’45 bracht onze inwoners in een nog grotere, gitzwarte duisternis. De fusillade door de bezetter van dertien Roermondse burgers en een Poolse, de deportatie van de achtergebleven mannelijke inwoners en de chaotische en tragisch verlopen evacuatie van duizenden Roermondenaren horen bij de zwartste bladzijden uit de geschiedenis van onze eeuwenoude stad. Voor wie dit verhaal kent is dit niemandsland in het Elmpter Wald nooit meer zo maar een verborgen wandelparadijs op de grens. Het wordt een iemands land. Namelijk van hen die wij hier met name herdenken en wier namen staan gegrift in onze geschiedenis.
Toen mijn collega Heinz Kreder hiervan hoorde, heeft hij heeft het initiatief genomen tot oprichting van dit monument. Het Duitse woord Mahnmal drukt beter uit waar dit gedenkteken voor staat. Namelijk om te mahnen, te waarschuwen. Het initiatief van burgemeester Kreder was allerminst vanzelfsprekend. Maar Kreder was een innerlijk gedreven persoonlijkheid, die stond voor de klassieke waarden van onze beschaving. Een erudiet en verbindend mens. Een echte Rijnlander. Door hem en de steun van de gemeenteraad van Niederkrüchten staan wij hier bij dit Mahnmahl. Als Rijnlanders onder elkaar.
Na 75 jaar herdenken wij samen de verschrikkingen van de terreur van het nazi-regime. Na 75 jaar staan wij gezamenlijk stil bij wat de verschrikkingen zijn die de mensheid te wachten staan als de fundamenten onder de democratische rechtsstraat worden ondergraven. Onlangs zag ik op een historische zender een minutieuze weergave van hoe de politieke processen in Berlijn zijn verlopen in januari 1933. Weinigen hadden in de gaten wat de gevolgen zouden zijn van de intriges die zich afspeelden en hoe giftig de cocktail werd van eerzucht, machtswellust, menselijke zwakheid en de brutaliteit van een criminele politieke ideologie die in alle opzichten vijandig was ten opzichte van de culturele waarden van het Europese Avondland. De geschiedenis van januari 1933 en daarna leert ons hoe belangrijk het is om pal te staan voor de instituties van de democratische rechtsstaat. De bescherming van onze rechtsstaat vraagt om civiel courage. Elke dag weer. Juist ook in de wereld van vandaag. Europa is het huis waar wij wonen. Een huis met open ramen en met stevige fundamenten, gebaseerd op de Europese kernwaarden: vrijheid en verantwoordelijkheid, menselijke waardigheid voor ieder, ongeacht wie je bent en wat je gelooft.
Wij hebben de vrijheid om te zwijgen of om onze mond open te doen. Als de vrijheid om te zwijgen meer aanhangers heeft dan degenen die wel hun mond open doen ontstaat het risico dat de schreeuwers onze agenda en onze toekomst gaan bepalen.
Bij de democratische rechtstaat hoort dat iedereen zijn stem moet doen gelden. Bij democratie en vrijheid hoort burgerschap en betrokkenheid bij onze gemeenschap. Als mensen ergens in Europa dat wel moeten begrijpen dan is dat hier op deze plek. In het land tussen Rijn en Maas. Juist wij Rijn- en Maaslanders voelen het kloppend hart van Europa.
Herdenken is niet stilstaan. Herdenken is bewegen. Jonge mensen meenemen in het grote verhaal van vrijheid en vrede. Die bestaan niet omdat zij nu eenmaal gegeven zijn. Voor die vrijheid en vrede is een hoge prijs betaald. De meesten van ons hebben nooit oorlog mee gemaakt. Wij weten gewoon niet beter. Gewoon niet beter. In dat woord gewoon schuilt een risico.
Wie in vrede en vrijheid achterover leunt om alleen maar van die vrede en vrijheid te genieten zal vroeg of laat in zijn leunstoel achterover vallen. Wij zijn gewaarschuwd. Wij staan bij een Mahnmal. Wij staan, klaar om te bewegen. Op weg naar een Europa gedragen op menselijke waardigheid.
Ik citeer de kersttoespraak van bondspresident Frank Walter Steinmeier:
Zum Glück – und das ist anders als in einer Diktatur – braucht die Demokratie keine Helden. Was die Demokratie braucht. sind selbstbewusste Bürgerinnen und Bürger – mit Zuversicht und Tatkraft, mit Vernunft, Anstand und Solidarität. Und ich weiß: Alles das steckt in uns, steckt in Ihnen, steckt in dieser gesamten Gesellschaft. Und deshalb glaube ich an uns. Deshalb glaube ich an dieses Land. Und deshalb weiß ich, dass wir gemeinsam die Dinge immer wieder zum Besseren wenden.